Food4Smiles: duizend dagen voor een gezonde start 

Voor veel gezinnen is een gezonde levensstijl geen vanzelfsprekendheid en niet ieder kind in Nederland heeft dezelfde kans op een gezonde start. De eerste duizend dagen van een kinderleven zijn daarbij heel bepalend, maar welke factoren zijn daarbij belangrijk, en hoe kun je dat verbeteren? Met die vraagstelling zet Food4Smiles zich ervoor in om kinderen een gezonde start te geven. 

De eerste duizend dagen, geteld vanaf de conceptie, zijn allesbepalend voor hoe gezond een kind zich ontwikkelt. Dat werd duidelijk door onderzoek door Tessa Rozenboom naar baby’s die geboren werden in de hongerwinter van ’44-’45. Daaruit bleek voor het eerst dat die beginperiode van het leven medebepalend was voor hun ontwikkeling: de meesten hadden op latere leeftijd overgewicht.   
‘Als de voedingsregulatie in het begin wordt ontregeld, dan is daar later wel íets aan te doen, maar het ligt al in grote mate vast,’ zegt Coosje Dijkstra, post-doc researcher aan de Vrije Universiteit Amsterdam en het EMGO Institute for Health and Care Research. ‘De eerste duizend dagen vanaf de conceptie zijn bepalend voor je smaakvoorkeuren, de ontwikkeling van je orgaanstelsel en je darmflora. Wil je mensen een gezonde start geven, dan moet je daar dus zo vroeg mogelijk mee beginnen.’  
Dat is waar Food4Smiles zich sinds drie jaar voor inzet: een gezonde groei en ontwikkeling van jonge kinderen bevorderen door samen te werken met de doelgroep en inzichten uit onderzoek te verbinden met beleid en praktijk, in wijken waar dat het meeste nodig is. Het project vindt plaats in Amsterdam Nieuw-West.   
‘Dat is een focuswijk waar relatief meer inwoners een lage sociaaleconomische status hebben’, zegt Anna Groenewegen, project officer bij de Fred Foundation. ’24 procent van de jongere kinderen groeit er op met overgewicht, dat is meer dan gemiddeld in Amsterdam. Daaraan zie je dus dat je de meeste impact kunt hebben als je zo vroeg mogelijk begint.’  

Stress en sociaal isolement  
‘Binnen Food4Smiles werken we intensief samen met gezinnen met jonge kinderen’, zegt Dijkstra: ‘We zien vaak dat wat onderzoekers voorschrijven niet aanslaat bij de doelgroep. Dus doen we onderzoek mét de mensen waarover het gaat: de jonge gezinnen staan centraal. We zijn begonnen met uitgebreide interviews met moeders en vaders, en partijen in de wijk die actief zijn met jonge kinderen. We zijn gaan kijken en luisteren, zoeken en observeren: wat gebeurt er bij jou in de eerste duizend dagen? Waar loop je als ouder tegenaan? Dat ging nog niet zozeer over voeding, bewegen, slapen en ontspanning, maar: waar heb jij behoefte aan? We zagen dat vrij veel moeders stress ervoeren en soms in een sociaal isolement terechtkwamen. Dus hebben een Ouder&Kind ochtend georganiseerd waar jonge ouders elkaar op de Stadsboerderij Osdorp konden ontmoeten. Dat liep als een malle: we losten een stukje stress en eenzaamheid op, maar konden het daarbij ook hebben over gezond eten, bewegen en slapen.’  
‘We hebben ook vaders gesproken’, vult Groenewegen aan. ‘Maar je merkt toch dat je makkelijker in contact komt de met vrouwen, omdat moeders toch nog steeds vaker thuisblijven bij de kinderen en mannen vaker blijven werken . En, al krijgen mannen nu wat langer verlof, voor hen is het toch moeilijker om thuis te zijn. Wat niet zo gek is als je bedenkt dat mannen in 2019 maar twee dagen geboorteverlof kregen. Gelukkig is dat sinds vorig jaar opgeschroefd naar vijf weken.’  

Mensen eromheen  
Het ontwikkelen van de verschillende acties van Food4Smiles gebeurt samen met de doelgroep, zegt Groenewegen: ‘Zo doen de moeders zelf een deel van het onderzoek, en bedenken ze zelf oplossingen. Ze hebben een “eerste duizend dagen”-tijdschrift gemaakt dat op alle plekken waar jonge ouders komen is verspreid, de Ouder&Kind-ochtenden op de Stadsboerderij zijn samen met de moeders opgestart, en we zijn nu bezig met een online beweegclub voor moeders. Ook kunst hebben we toegevoegd om de bewustwording in te wijk te bevorderen. Er is een prachtige muurschildering gemaakt over het belang van de eerste 1000 dagen. Dit jaar delen we aan alle zwangeren in Nieuw-West een 1000dagendoos uit, een verwenpakket speciaal voor de moeder, de inhoud hiervan hebben we samen met de moeders uitgezocht. Door samen te werken met de doelgroep, empower je ze.’  
In Food4Smiles worden niet alleen de ouders betrokken maar ook de partijen en omgeving rondom de ouders.  
‘Je kunt niet tegen mensen zeggen dat ze gezonder moeten leven als bijvoorbeeld tachtig procent van wat de supermarkt aanbiedt ongezond is,’ zegt Dijkstra. ‘Dus je moet ook de omgeving aanpakken: alle factoren die bijdragen aan een gezonde start moet je inzichtelijk te maken en samen proberen te veranderen. Je betrekt daarmee ook al die mensen rondom de moeders en vaders erbij. Als we een speeltuin inrichten, dan moet die ook voor jonge gezinnen ingericht zijn, in een flat moet je je buggy kwijtkunnen – in de kelder of op de balustrade (wat vaak niet mag). Dus we betrekken ook de woningbouwvereniging erbij, de huisarts, de gemeente, de peuterspeelzaal, enzovoort.’  

Verschil maken  
Beiden geven aan dat je met Food4Smiles niet over één nacht ijs gaat. ‘Dit soort onderzoek is er een van de lange adem, en de resultaten zijn niet direct terug te voeren op wat wij doen,’ vertelt Dijkstra. ‘Daardoor kwamen we moeilijk binnen bij het reguliere financieringssysteem, en waren we blij dat de Fred Foundation ons kwam ondersteunen. De basis voor dit type onderzoek is mensen leren kennen, een vertrouwensband aangaan, in de wijk aanwezig zijn.’  
‘En je bent niet bezig met mensen te veranderen,’ zegt Groenewegen. ‘Het gaat erom ze in hun kracht te zetten: hoe kunnen wij samen werken aan een gezonde start van jouw kind? Als je mensen in hun kracht zet, heeft dat altijd veel meer effect dan wanneer je het ze oplegt. Dat is de kracht van Food4Smiles.’  
Maakt het project verschil? ‘Je kunt geen harde cijfers overleggen,’ legt Dijkstra uit. ‘Het is een kwalitatief onderzoek waar veel stakeholders, acties en partijen bij betrokken zijn. Dus je kunt nooit zeggen wat precies het eindresultaat bepaalt. En daarbij: dit is een tienjarenproject. Maar we rapporteren alles,hebben een nieuwsbrief, delen resultaten, schrijven artikelen, publiceren factsheets en filmpjes, zodat iedereen de informatie kan gebruiken.’  
Groenewegen: ‘In veel interviews en gesprekken horen we dat wat we doen heel erg aansluit bij wat gezinnen willen. We zien de beweging in de wijk ontstaan. Het kan altijd sneller en meer, maar het lukt ons om moeders aan ons te binden. Dit laat zien dat het leeft en werkt. Ook vinden we steeds meer partijen in de wijk die met ons samenwerken en werken met de doelgroep vooropstellen. En het helpt dat ze zien dat wetenschappers meekijken en evalueren. We staan echt nog aan het begin; misschien dat als we tien jaar verder zijn, je in de cijfers ziet dat het aantal kinderen met overgewicht in Nieuw-West afneemt.’ 
‘Ik hoop dat het ons gegund is om het echt door te ontwikkelen: de methodiek en inzichten delen, en om ook in andere steden zo’n integrale systeemaanpak op te zetten’, zegt Dijkstra. ‘Wat wij doen is nu nog best uniek.’ 
Wat is het belangrijkste inzicht van het project? Daar zijn beiden het over eens: ‘Besef dat de eerste duizend dagen heel belangrijk zijn in de ontwikkeling van een goede gezondheid voor de rest van het leven. Ongeacht je achtergrond is het belangrijk om daarin te investeren. En dit begint al op het moment van conceptie, maar eigenlijk al bij de zwangerschapswens.’ 

Dit bericht verscheen eerder in GLK!, editie april 2021.

Geef een reactie