Neuropsycholoog Erik Scherder heeft zich een plek veroverd in het bewustzijn van veel Nederlanders vanwege zijn bijdragen aan tv-programma’s, zijn boeken over het brein en bewegen, en sinds kort dankzij zijn promotie van de wandelapp Ommetje. ‘Te weinig beweging is slecht voor ons brein. Zó slecht, dat de WHO het heeft uitgeroepen tot pandemie. Maar daar hoor je niemand over.’
Erik Johan Anton Scherder zag het levenslicht in 1951 als middelste zoon van een Amsterdamse handelaar in papier en plastic. Hij was, net als zijn broers, van jongs af aan geoormerkt voor het familiebedrijf, maar hij voelde zich daar niet thuis. ‘Mijn broer had er een flair voor, en kon ook goed opschieten met de jongens: geintjes maken, biertje drinken. Ik heb er wel de handelsdagschool voor gevolgd, maar zag dat allemaal niet zo zitten, ik was er niet gelukkig. Het was een van de allermoeilijkste momenten van mijn leven om tegen de wens van mijn vader in te gaan en iets voor mezelf te kiezen. Maar mijn vader gaf me die ruimte wél: ik kon vier jaar iets anders proberen en dan altijd nog terugkeren naar “de firma”.
‘Ik begon als tennisleraar, probeerde een opleiding bij het CIOS te volgen, en meldde me aan voor een opleiding tot fysiotherapeut. Maar ja, kom daar maar eens binnen met je diploma van de handelsdagschool! Via via kreeg ik toch de mogelijkheid om me in te schrijven, en ik wist: deze kans krijg ik nooit meer. Ik was toen 24 jaar. Ik heb me, buiten mijn werktijden om, volledig op mijn studie gestort – en ben ook nooit meer opgehouden met studeren.
‘Ik werd fysiotherapeut. Ik gaf les op de opleiding, en ik werkte op de Valeriuskliniek, destijds een klein ziekenhuis op het gebied van neurologie en psychiatrie. Daar mocht ik lessen bijwonen, als ik mijn mond maar dichthield. Wat een ongelooflijke wereld was dat: ik leerde mensen kennen met MS en tumoren, die hun hele wereld waren kwijtgeraakt. En toch probeerde je die te helpen om wat beter te kunnen leven.
Op mijn dertigste kreeg ik de kans om een deeltijdstudie Neuropsychologie te volgen aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Het liefst had ik Geneeskunde gedaan, maar daarvoor kwam ik te veel aan basiskennis – biologie, natuurkunde en scheikunde – tekort. Neuropsychologie ging wel, maar daarvoor moest ik die basiskennis allemaal na mijn werk, in de avonduren bijleren, zoals wiskunde en Engels. En dan had ik ook nog een gezin! Neuropsychologie was dus een bewuste, haalbare keuze. Maar ook een geweldig alternatief, dat aansloot bij mijn werk in de Valeriuskliniek.’
Wanneer ben je je gaan richten op de relatie tussen bewegen en een gezond brein?
‘Mijn promotieonderzoek deed ik bij Dick Swaab: dat ging over hersenstimulatie bij mensen met de ziekte van Alzheimer. Daarna volgden vele andere projecten zoals pijnbeleving bij mensen met vormen van dementie. En ik zag dat die pijnbeleving bij mensen met de ziekte van Alzheimer anders is dan bij vasculaire dementie of MS. Er was nog niet veel op dat gebied gedaan, dus ik mag wel zeggen dat ik een klein beetje meegewerkt heb aan méér kennis op dit gebied. Maar ook zag ik vanuit de fysiotherapie dat een actieve levensstijl een positief effect heeft op het risico van dementie. Daar werd ik vijftien jaar geleden op congressen om uitgelachen, maar het is nu een geaccepteerd feit. Dat vind ik, in alle bescheidenheid, mijn twee kleine bijdragen aan het grote wetenschappelijke veld.
‘Ik kreeg na mijn promotie 1995 een onbetaalde docentenplek, dus ik werkte als fysiotherapeut door. Ik heb nog vijf jaar aan de VU veel aan onderwijs en onderzoek gedaan, maar in 2000 kreeg ik een bezoldigde aanstelling als docent. Later kwam daar een leerstoel in Bewegingswetenschappen aan de Universiteit van Groningen bij. En werd ik gewoon hoogleraar Klinische Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit. Dat doe ik, met 69 jaar, nog steeds. Ik ben heel blij dat ik nog fulltime werk, daar heb ik heel veel geluk mee. Maar ik heb ook nog steeds dat gevoel van inhalen, dat ik, als ik een betere middelbare-schoolopleiding had gehad, nog meer voor elkaar had kunnen krijgen.’
“Nederlanders zijn kampioen zitten, en de maatregelen rondom het COVID-19-virus hebben dat alleen maar erger gemaakt”
Hoe gezond leven wij?
‘Ik pretendeer echt niet dat ik een goed overzicht heb van de hele medische zorg. Maar over de relatie tussen bewegen en ons bewustzijn, durf ik wel uitspraken te doen. Nog steeds wordt het probleem van fysieke inactiviteit onderschat. Nederlanders zijn kampioen zitten, en de maatregelen rondom het COVID-19-virus hebben dat alleen maar erger gemaakt.
‘Weet je dat te weinig bewegen in 2012 door de World Health Organisation (WHO) is uitgeroepen tot pandemie? Wereldwijd sterven er 5,3 miljoen mensen aan ziekten die gerelateerd zijn aan onvoldoende bewegen. Maar daar lees je in de krant niets over! Niemand praat erover en het wordt wereldwijd zeker niet opgelost. Dat komt omdat de overheidssectoren niet met elkaar samenwerken. De overheid denkt: met sporten los je ‘t wel op. Maar dat is niet zo. Het moet opgepakt worden in samenspraak met Financiële Zaken, Onderwijs et cetera. Dat hebben we compleet laten zitten en daarom is die inspanning wereldwijd mislukt. De coronapandemie treft juist mensen met o.a. diabetes en overgewicht. Natuurlijk staat ons afweersysteem weer hoog op de agenda, want dat zorgt voor een goed immuunsysteem. En niemand wil dat zo’n virus nog een keer zo hard toeslaat. Maar gaat dat lukken? Ik ben geen pessimist, maar erg optimistisch ben ik er niet over. Aan de andere kant: we kúnnen deze periode niet voorbij laten gaan zonder échte verandering.’
Hoe krijg je mensen zover?
‘Daar hebben we echt de overheid bij nodig. Ik zit nu in een werkgroep met de verschillende overheidssectoren. Uit deze werkgroep moeten “iconische” adviezen komen naar de Twee Kamer, deze maand. Ik ben heel benieuwd hoe dat gaat lopen. Ik weet dat minister van Onderwijs Arie Slob niet wil tornen aan de vrije keuze voor scholen, wat betreft het curriculum. De overheid wil de burgers niet “betuttelen”. Maar denk je dat de rokers uit zichzelf vroegen om voortaan niet meer binnen te mogen roken? Dat bepaalde de overheid!
‘Wij denken nu aan “nudging”, mensen een beetje vriendelijk de goede kant opduwen. Dat doe je bijvoorbeeld door het gebruik van traplopen te stimuleren en het gebruik van liften tegen te gaan. Het is écht niet eenvoudig om het gedrag van mensen te veranderen, maar moeten we het er anders maar bij laten? Het coronavirus moet echt het haakje zijn om dit probleem aan te pakken: als we het nú niet doen, dan zal het nooit gebeuren. Je kunt in vijf jaar tijd ongelooflijk veel bereiken door mensen uit te nodigen meer te gaan bewegen.’
Je staat met name het laatste jaar in de kijker als ambassadeur van de wandel-app Ommetje, die zo populair is dat al anderhalf miljoen mensen hem hebben gedownload en gestimuleerd worden om wat vaker een wandeling te maken.
‘Die app is ontwikkeld door de Hersenstichting; dat ik ambassadeur ben, ligt voor de hand vanwege mijn werk op het gebied van bewegen en cognitie. Ik ben zelf heel verrast dat het zo’n succes is – en het blijft maar doorgaan: er zijn nu zelfs al duizend bedrijven die het tegen elkaar opnemen, fantastisch! Die witte baard van mij zal zeker wel meegeholpen hebben aan het succes, want die valt op. En ik stuur mensen als beloning voor het wandelen hersenfeitjes toe – dat vinden ze leuk. Maar ook hier kraai ik niet te snel victorie: ik ben als de dood dat als iedereen gevaccineerd is, ze allemaal weer op de bank ploffen. Want, zo zeggen de deskundigen, er komen mutaties van het virus, let maar op!’
Heb je enig idee wat voor soort wandelaars de app Ommetje trekt?
‘Nee, daar heb ik geen zicht op. En ik zou dat heel graag willen weten. Ik wil een paper schrijven over de gebruiker van Ommetje: wie ben je, wanneer loop je eigenlijk, wat doen die incentives voor je? Als ik die gegevens kon krijgen, dat zou een mooie beloning zijn – want ik krijg er echt geen geld voor.
‘Ik hoop dat de app nu ook opgepakt wordt door de groep die het minst makkelijk te bereiken is, maar die wel de meeste aandacht verdient: de mensen met lagere inkomens, die het van huis uit vooral financieel niet makkelijk hebben. Die zijn niet makkelijk te stimuleren tot gedragsverandering, want die hebben wel wat anders aan hun hoofd. Nóg een reden om te zeggen dat je het niet aan de mensen zelf moet overlaten, maar dat je daar vanuit de overheid actie op moet ondernemen. Een actieve leefstijl bespaart over je hele leven fors aan zorgkosten. Dat is supergoed doorberekend.’
“Het coronavirus moet echt het haakje zijn om stilzitten aan te pakken: als we het nú niet doen, dan zal het nooit gebeuren”
Anderhalf miljoen mensen maken gebruik van de app. Ben je tevreden?
‘Je kunt ook zeggen: 15,5 miljoen mensen gebruiken het nog niet. We hebben de wedstrijd echt nog niet gewonnen. Zeker als je naar de jeugd kijkt. Die neiging tot zitten begint al heel jong: op school worden kinderen geacht om de hele dag stil te zitten. Alleen tijdens de pauzes en de gymnastiekles komen ze in beweging. Als je gelukt hebt, want er zijn ook scholen die niet eens een gymnastieklokaal hebben! En als kinderen dan thuiskomen, zitten ze weer te gamen. Talloze studies laten zien dat dat desastreus is voor hun fysieke conditie. Touwklimmen: er zijn veel kinderen die dat niet eens meer kunnen!’
Wat zou je willen dat er op school verandert?
‘Ik zou heel graag willen dat gymnastiekonderwijs en dagelijks bewegen op school normaal is. Je mag best een uurtje gamen, maar ga verder buiten spelen. Maar ook de ouders moeten gestimuleerd worden om kinderen niet met de auto naar school te brengen, maar om ze te laten lopen en fietsen.
‘Daar begint het: als het ons lukt om het gedrag op scholen te veranderen, dan zou dat geweldig zijn.
Maar datzelfde zouden ook werknemers moeten doen. We moeten bedrijven leren om dat van hun werknemers te eisen – zonder dat die het gevoel hebben tijd van hun baas te jatten, of ervoor te moeten overwerken. Denk ook aan het verpleeghuis: er is daar weinig geld beschikbaar om jou vanaf het moment dat je binnenkomt, actief te houden: dat geld komt pas als het te laat is. Dat is toch pervers eigenlijk?’

Dit bericht verscheen eerder in GLK!, editie april 2021.