Column Bram Bakker: Hoofd en hart

In onze dagelijkse leven is het hoofd ons belangrijkste instrument geworden. De rest van het lichaam hoeven we steeds minder te gebruiken om maatschappelijk te functioneren. En uit allerlei onderzoek is op te maken dat we dat ook niet meer doen: het gebrek aan lichaamsbeweging neemt gemiddeld gestaag verder af, doordat de paar mensen die meer gaan bewegen in het niet vallen bij de massa’s die steeds minder fysiek actief zijn. Maar je vindt het ook terug in de conditie, met name bij jongeren: de huidige pubers hebben minder spierkracht en veel minder uithoudingsvermogen dan de jongeren van dertig of veertig jaar geleden. De oorzaak kennen we ook: het internet, en nog specifieker, de telefoon. 
Er is nog iets heel anders dat lijdt onder die focus op ons verstand: het hart. We zijn het een beetje vergeten, lijkt het, maar aandacht voor ons hart is van levensbelang. Bij stress denkt iedereen tegenwoordig aan het hoofd, en stresshormonen als adrenaline en cortisol. Maar wie realiseert zich nog hoe gevoelig het hart voor stress is? Dat vooral vrouwen best vaak een zogenaamd ‘stressinfarct’ krijgen dat niet wordt herkend? 

Het onderscheid dat er wordt gemaakt tussen ‘lichamelijk’ en ‘psychisch’ is volstrekt kunstmatig, en heeft ons veel meer last bezorgd dan voordelen. Als er geen lichamelijke afwijkingen worden gevonden is het ‘dus’ psychisch? Wat een onzin! Een van de belangrijkste problemen waar we tegenaan lopen met ons denken in gescheiden grootheden is dat we het geheel uit het oog dreigen te verliezen. Psychologen en psychiaters weten weinig van het hart, cardiologen (h)erkennen psychische problemen vaker niet dan wel. Terwijl er genoeg aanwijzingen zijn dat er verband bestaat tussen hoofd en hart. Bijvoorbeeld: mensen die lijden aan paniekaanvallen waarbij ze angst hebben voor een hartinfarct, gaan uiteindelijk vaak eerder dan gemiddeld dood aan een hartafwijking. De kans dat iemand die een hartaanval heeft overleefd nog lang in leven blijft, is sterk gekoppeld aan het al dan niet ontstaan van een depressie in de nasleep. Depressie is een van de ernstigste complicaties na een infarct. En toch is er relatief weinig aandacht voor… 

Als we er nog iets anders naar kijken komen we op een andere functie die het hart wellicht ook heeft: het is onderdeel van ons gevoelsleven. Veel hersenwetenschappers hebben hier moeite mee, zij denken dat het zogenaamde emotionele brein de basis is van ons gevoelsleven. Met de hersenschors kunnen we nadenken, daar zit ons verstand. In het deel van het brein dat daaronder zit, ook wel het limbische systeem of zoogdierenbrein genoemd, zijn de structuren terug te vinden die betrokken zijn in onze emotionele huishouding. Denk bijvoorbeeld aan de amygdala (amandelkernen) die een grote rol spelen bij de regulatie van angst. In de amygdala wordt de informatie die afkomstig is uit de zintuigen gekoppeld aan emoties. De amygdala werken reflexmatig, ze kunnen bijvoorbeeld reageren op een gezichtsuitdrukking. Maar is het niet ook zo dat we het in onze borstkas kunnen voelen, als we bang zijn voor iemand? Dat liefdesverdriet en rouwprocessen gepaard kunnen gaan met steken in het hart?  
Het vervelende in dit soort discussies is altijd de autoriteit: ‘Jij bent geen cardioloog, wat weet jij daar nu van?’ En precies dat zit ons in de weg: het argumenteren en het denken, dat alles steeds meer overheerst. Waar is het ontzag voor het gevoel gebleven? Het spreekwoordelijke ‘doen wat je hart je ingeeft’? 
Als ons hart stil staat houdt alles op. Maar zonder gevoel gaat het ook niet. Dan worden we ongezond levende robotten, en dat willen we toch niet? Dus: denk aan het hart!

Bram Bakker (1963) is psychiater, publicist en levensgenieter. Hij is de initiatiefnemer van balanskliniek, een platform voor mensen die hun eigen leefwijze kritisch en actief onder de loep durven nemen. Ook is hij de uitgever van Uitgeverij Lucht: non-fictie over sport, voeding, leefstijl en psychologie.   

Dit bericht verscheen eerder in GLK!, editie april 2021.

Geef een reactie