Interview Ad de Bont: Zes manieren om steden gezonder te maken

Terwijl we allemaal weten – maar intussen ook steeds meer écht doorkrijgen – hoe belangrijk bewegen is voor lichaam en geest, wonen velen van ons in een omgeving die niet echt uitnodigt tot gezonder leven. Stadsontwerper Ad de Bont van Urhahn, een bureau dat zich specialiseert in strategisch denken over stedenbouw en strategie, laat echter zien dat een meer beweegvriendelijke stad heel goed mogelijk is!

Door Antal Giesbers

De Bont wil dat wij de buitenruimte herontdekken. En dat we daarbij verder kijken dan onze neus lang is. ‘Want de urgentie is bekend: we lijden aan dementie, obesitas, depressies en hart- en vaatziekten. En dat vooral omdat we weinig meer in beweging hoeven te komen: onze samenleving is voor een groot deel geautomatiseerd.’

Daarom wil hij als stadsontwerper in contact komen met gemeenten om te praten over gezondheid. ‘Historisch zien we dat met de opkomst van de auto er in een stad veel minder bewogen wordt. De auto begon de openbare ruimte te domineren, wat ten koste ging van speel-, wandel- en sportlocaties. In de jaren tachtig kwam daar protest tegen, met een herwaardering van de fiets. Maar sinds de jaren negentig zijn veel gezinnen met kinderen uit de stad weggetrokken, en raakten speeltuinen verwaarloosd. Pas sinds het millennium is er een herwaardering van het bewegen in de stad.’
Daarmee zijn we er echter nog niet, zegt De Bont. Hij biedt steden zes uitdagingen om te streven naar een uitnodigende buitenruimte.

Ad de Bont

Natuur in plaats van auto’s

1. Natuur de stad in. ‘Werk aan een stad die tot in de haarvaten de natuur omarmt,’ zegt De Bont. ‘Geef de natuur niet alleen de ruimte, maar laat het deel uitmaken van sport, spel en ontspanning in de wijk.’

2. Trage netwerken. ‘Daarmee bedoel ik dat niet de auto de inrichting van de buitenruimte bepaalt, maar wandelen, spelen en fietsen,’ aldus De Bont. ‘Leid verkeer om de buurt heen, creëer een autoluwe omgeving, met een goede brede stoep. Zodat je gewoon vanaf je voordeur kunt wandelen, en scholen, speelplekken, voorzieningen en woningen in de buurt met elkaar verbonden zijn. Als je de nieuwe generatie leert om fietsend en wandelend naar school te gaan, dan wordt het een stuk makkelijker om zo ook naar het werk te gaan en de boodschappen te doen.’  

Vijftien minuten

3. De straat als speeltuin. ‘Met andere woorden: richt de buitenruimte in om te kunnen spelen. Dat begint met een brede stoep en een veilige straat. Durf te kiezen voor minder, maar mooie grote speelplekken, en zorg daar ook voor openbare toiletten, waterfonteintjes en een plek om te zitten. En koester ook ongeplande stukjes ruimte, die geen functie toebedeeld hebben gekregen.’

4. Het dorpse in de wijk. ‘Bouw aan wijken waar mensen hun leven lang samen kunnen wonen. Zorg dus voor toekomstbestendige buurtcentra, zeker met het oog op een vergrijzende samenleving, creëer plekken voor mensen om bij elkaar te komen, en zorg voor een goede sociale controle in de openbare ruimte. Werk aan een vijftienminutenstad, waar alle wijk- en buurtvoorzieningen binnen vijftien minuten wandelen of fietsen te bereiken zijn.’

Multi-inzetbaar

5. De stad als sportschool. ‘Geef de sporter alle mogelijkheid in de buitenruimte. Dat betekent dat de hele buitenruimte mogelijkheden tot bewegen moet bieden. Maak van een buitenmuur een klimwand, sluit het sporten niet “op” in afgesloten sportlocaties, maar zorg dat sporters en bewoners de buitenruimte met elkaar delen. Zorg ook dat zowel georganiseerde en individuele sporters de ruimte kunnen gebruiken. Sporten doe je gewoon op straat of om de hoek. Denk ook eens aan het efficiënt inzetten van “loze” ruimtes, zoals het creëren van een sportlocatie op het dak van een gebouw. En zorg dat sportplekken en routes zijn voorzien van watertappunten, openbare toiletten, ontmoetingsplekken en kluisjes.’

6. Buitenkunst. ‘Tot slot: maak de cultuur en het erfgoed van de stad niet alleen beleefbaar, maar ook bespeelbaar,’ besluit De Bont. ‘Wil je de buitenruimte activeren, kijk dan met de ogen van de gebruiker naar je wijk. En vooral: werk samen. Dat geef ik niet alleen gemeenten mee, maar ook ieder van u.’

Buitenkansen voor de buitenruimte

Ad de Bont hield zijn betoog tijdens het congres van de vereniging Arts en Leefstijl, dat leefstijlgeneeskunde als fundament ziet voor zowel preventie als de behandeling van diverse chronische aandoeningen (www.artsenleefstijl.nl).

De inzichten over de buitenruimte die De Bont deelde, zijn vervat in het boek Buitenkansen voor een uitnodigende buitenruimte, uitgegeven door Urhahn Stedenbouw & Strategie.

Dit artikel verscheen eerder in de Boekenkrant, editie maart 2022.

Geef een reactie