Als olympisch schaatsster heeft ze het allemaal meegemaakt: successen, mislukkingen en herkansingen. Marianne Timmer was achttien jaar topsporter, en wist drie gouden medailles te behalen tijdens de Olympische Winterspelen in Nagano (Japan) en Turijn (Italië). Maar ze kwam er ook achter dat je te veel van je lichaam kunt eisen. Die ervaringen zet ze vandaag de dag in voor een gezonde toekomst voor Nederland. Daarbij draait het om één woord: vitaliteit!
Door Antal Giesbers
Je jeugd bracht je door op de boerderij van je ouders in Sappemeer. Hoe kijk je op die tijd terug?
‘Met veel liefde. Ik ben opgegroeid tussen schapen en koeien, en daar ben ik superblij mee. Ik was een buitenkind en heel betrokken bij de boerderij, ik ging veel met mijn vader mee om te helpen. Geweldig!
Ik was ook vanaf het begin een sportief kind. Ik deed aan fietscross, gymnastiek en schaatsen. Toen ik Yvonne van Gennip een schaatswedstrijd zag winnen, dacht ik: “Dat wil ik ook!” Dus toen ik op mijn dertiende de keus moest maken in welke sport ik verder wilde gaan, werd dat schaatsen. Op mijn twintigste behaalde ik een bronzen medaille tijdens het WK voor junioren, daarna specialiseerde ik me vooral op de korte en middellange afstanden. Hoogtepunten waren de drie gouden medailles die ik behaalde tijdens de Olympische Winterspelen in Nagano en Turijn. Ik ben uiteindelijk tot eind 2018 als topsporter actief gebleven. Ik heb in die jaren echt veel geleerd over mijn lichaam. Óók dat je soms te veel van je lichaam vraagt, want topsport is nu eenmaal extreem.’
‘Soms vraag je te veel van je lichaam, want topsport is nu eenmaal extreem’
Hoe merkte je dat?
‘Ik kreeg last van allerlei kwalen, die ik eigenlijk negeerde. Terugkijkend kan ik zien dat ik mijzelf twee jaar lang overtraind heb. Er was in die tijd ook veel minder aandacht voor, ik pikte zélf de signalen van mijn lichaam niet eens op, want ik wilde zó graag door! Maar ik viel in een gat, ging twijfelen aan mijzelf, en omdat mijn coaches de signalen ook niet goed oppikten, voelde ik me niet serieus genomen.’
Wat was de oplossing?
‘Een ander team met een andere trainer, door wie ik me wel gehoord voelde. Ik vond het schaatsen weer leuk en ging weer supergoed presteren. Ik tekende een contract om zeker nog tot mijn 35e door te schaatsen, al is dat best oud voor een topsporter. Maar toen brak ik mijn hielbeen, in 2009. En al was ik in topvorm, dat was wel het einde van mijn carrière als topsporter.’

Je hebt na je actieve sportcarrière nog vijf jaar lang het damesteam gecoacht, en was chef de mission van het jeugdteam. Coachen beviel je wel?
‘Coachen is een enorme verantwoordelijkheid. En ik weet uit eigen ervaring wat er kan gebeuren als je dat niet goed aanpakt. Gelukkig is alles nu veel verder doorontwikkeld, want topsport is vaak de voorloper van innovatie. Overtrainen, daar zijn we nu veel alerter op, dat overkomt mij niet meer. Je kijkt ook naar de vitaliteit van het team als geheel: met welke karaktereigenschappen kunnen teamleden elkaar versterken? Want iemand die het tegenovergestelde is van jou, kan je helpen om je over een grens heen te trekken.’
Nu zet je een heel andere stap: je hebt De Timmerfabriek opgezet, waarmee je je aandacht verlegt naar het bedrijfsleven. Waarom?
‘De Timmerfabriek is al heel lang een droom van me. Hiermee wil ik mijn ervaringen inzetten voor een vitale en gelukkige beroepsbevolking. Gezondheid en goed voor jezelf zorgen zijn namelijk niet vanzelfsprekend voor iedereen, en de balans tussen werk en privé is soms lastig te vinden. Daar wil ik mensen graag bij helpen. Niet alleen om bijvoorbeeld het ziekteverzuim bij bedrijven terug te dringen, maar ook omdat vitaliteit je gelukkiger maakt.’
Hoe doe je dat?
‘Het gaat om bewustwording én het nemen van een eigen verantwoordelijkheid. En kiezen. Het kernbegrip is vitaliteit: mijn coaching draait om jouw algemene fitheid. Dat is niet alleen hoe je er fysiek voorstaat, maar ook hoe het voelt: of je energie hebt, een blij mens bent, en of je positief in het leven staat. Zit je in een negatieve spiraal, dan zul je dat ook uitstralen.’
‘Dat heb ik op de boerderij geleerd, want dieren vertellen niet of ze gezond zijn, dat moet je aan ze afzien’
Hoe kom je erachter of mensen vitaal zijn?
‘Je hoeft niet met iemand te praten om te weten of die persoon vitaal is, je kunt dat zien. Ik kijk naar hoe je schouders staan, of je sloft, heb je je haren gekamd, heb je overgewicht, heb je een gezonde huidskleur – en hoe staan je ogen? Onbewust doet iedereen dat, ik ben mij er bewuster van. Dat is iets dat ik op de boerderij heb geleerd, want dieren vertellen niet of ze gezond zijn, dat moet je aan ze afzien.
‘Vitaliteit: dat is het allerbelangrijkste. Dat zie je in alles terug: goede voeding, met de juiste voedingsstoffen; actief blijven bewegen, en een goede nachtrust. Ik train de mensen om daar een goede balans in op te bouwen. Een balans in voeding, bewegen én slapen.’

Laten we beginnen met voeding…
‘Op het gebied van je gewicht is er meestal wel winst te behalen. Zeker nu, want behoorlijk wat mensen hebben last van wat extra coronakilo’s. Gemiddeld kunnen mensen prima een aantal kilo’s afvallen om op hun juiste BMI te komen. We beginnen dus met tien dagen detoxen, waarmee we de cellen in het lichaam opschonen. Je zult al snel merken dat je niet superveel nodig hebt, dat je al die extra’s in je voeding kunt overslaan. Mensen voelen zich al snel tien keer beter en willen dat gevoel ook niet meer kwijt. Daarna is het vooral zorgen dat je een nieuw eetpatroon aanleert.
‘De aandacht voor voeding gaat hand-in-hand met een regime van meer bewegen. Want mensen moeten zich fysiek blijven uitdagen. Wat ik ze meegeef, is hoe je ook na je 35e een goede basisconditie houdt. Dat is niet alleen goed voor je conditie; doordat je een balletje met je kinderen kunt blijven trappen, blijf je ook onderdeel uitmaken van de gezinsdynamiek.
‘Tot slot besteed ik veel aandacht aan slapen. Je nachtrust gebruik je om te resetten: je spieren kunnen zich herstellen en je organen raken de vrije radicalen kwijt. Als je maximaal wilt presteren, dan is slapen superbelangrijk. Maar door te trainen, slaap je ook weer beter. Mensen weten vaak ook niet dat bijvoorbeeld alcohol een hele negatieve impact op die cyclus heeft. En een chronisch slaaptekort heeft een duidelijke impact op je gezondheid. Slapen is superbelangrijk.’
Wat is de boodschap aan de mensen die je coacht? En is dat ook een boodschap aan onze lezers?
‘Het klinkt misschien wat tam, maar uiteindelijk draait het om regelmaat in voeding, bewegen en slapen. Toen ik opgroeide op de boerderij at ik elke ochtend donkerbruine boterhammen, ‘s middags aten we warm met veel groenten, en ik ging elke dag op een vaste tijd naar bed. Die regelmaat verlies je als je het huis uit bent: dan blijf je lekker lang op, je eet wat je lekker vindt. Het is als de kikker die uit heet water springt, maar blijft zitten als je koud water langzaam opwarmt: je went eraan, het gaat elke keer een stapje verder, en meer en meer doe je afstand van je fitheid.’
Hoe doorbreek je dat patroon?
‘Mijn boodschap: je bent de ouders van jezelf. Hoe zou jij willen dat jij zou leven? Visualiseer dat, heb dat goed voor ogen en zet dan de eerste stap. Maak een schema, met links al je leefpatronen en rechts je wensen. Eet je bij het ontbijt drie of vier boterhammen, dan zet je dat links in het schema. En zet de wens dat je zou willen minderen rechts. Dat leidt tot een haalbaar doel: van drie naar twee boterhammen bijvoorbeeld. Zet kleine stappen, en ga uit van je eigen nulpunt.
‘In de Timmerfabriek nemen we je mee in alle aspecten van vitaliteit, prestaties en (werk)geluk. In hapklare brokken, zodat je het gemakkelijk in de praktijk kunt brengen. Waardoor je het uiteindelijk helemaal zelf kunt doen.’
Dit artikel verscheen eerder in Gezonder Leven Kan!, editie november 2022.