Mark Tuitert weet twee extremen in het leven schijnbaar moeiteloos te combineren: als (Olympisch) topsporter zag hij het belang in van een goede levensfilosofie. Met het stoïcijnse gedachtengoed wist hij zijn leven in goede banen te leiden, met als sportief hoogtepunt een gouden medaille op de 1500 meter schaatsen tijdens de Olympische Winterspelen in Vancouver. Hij schreef nu een boek, DRIVE, dat lezers moet helpen om vanuit die inzichten meer grip te krijgen op het leven.
‘We associëren het woord stoïcijns met het verbergen van emoties,’ begint Tuitert. ‘Maar in deze van oorsprong Griekse filosofie gaat het erom dat je reflecteert op je emoties, zodat je er geen slaaf van bent , maar je reactie op je emoties zelf bepaalt. Ik vind dat als topsporter essentieel, want tijdens de wedstrijd leer je je emoties te onderdrukken – maar ze zíjn er echt wel!
‘Verder is de stoïcijnse filosofie vooral heel erg gericht op een goed leven leiden en het juiste doen. Dat heeft ook met topsporten te maken, want je stelt de vraag: wat vind ik belangrijk, en doe ik de dingen om de juiste redenen? Nu kan relativeren gevaarlijk zijn voor een topsporter, want je moet zonder twijfels aan een race beginnen. Maar je afvragen wat het belang van een wedstrijd is, zorgt ook voor een bepaald bewustzijn. Daarmee is het een mooie, overkoepelende filosofie die je heel praktisch kunt inzetten – het is geen life hack.’
Hoe ben ik hier terechtgekomen, hoe heb ik mezelf zo voor de gek kunnen houden?
Hoe kwam je ertoe om de stoïcijnse gedachte te omarmen?
‘Ik ben er inmiddels wel achter dat ik er altijd over heb nagedacht, maar ik begon bewust te zoeken naar houvast toen ik, rond mijn twintigste, letterlijk en figuurlijk op m’n bek ging. Ik zat in een fase van almaar stijgende verwachtingen en dikke contracten, maar waarmaken lukte voor geen meter: ik trainde harder dan ooit en presteerde minder dan ooit. Vlak voor de Olympische Spelen kwam ik, overtraind, met een burn-out op de bank terecht. Dat gaf me de tijd om mezelf de vraag te stellen: hoe ben ik hier terechtgekomen, hoe heb ik mezelf zo voor de gek kunnen houden?
‘Ik ben in die periode veel gaan lezen en nadenken – en een beetje gitaarspelen. Ik ben blijven zoeken, tot vlak voor de Spelen in Vancouver in 2010 het kwartje viel. Ik had in vier jaar geen wedstrijd gewonnen, en besefte dat ik me moest vasthouden aan een intern anker – want een extern anker in prestaties had ik niet. Ik las Seneca, een Romeinse staatsman die me raakte met zijn inzichten over moed en de uitdagingen van de wereld aangaan. Ik besefte: het gaat niet om die gouden medaille, maar moedig bereiken wat ik bereiken wil, in de wetenschap dat je daar ook in kunt falen.’

In het boek ga je heel persoonlijk in op de dingen die in je privéleven misgingen, zoals het gezinsleven, de moeilijke band met je vader. Waarom heb je dat verwerkt in een boek over filosofie?
‘Ik heb de laatste jaren veel gesproken voor groepen, vooral toen ik net gestopt was met schaatsen. En dan merk je: mensen vinden het leuk om te horen hoe je omgaat met uitdagingen en tegenslagen op jouw terrein van sport, en hoe hard je hebt gewerkt en hoeveel doorzettingsvermogen je hebt getoond, maar dat is een redelijk uniek leven. Wat mensen veel meer raakte, omdat iedereen daarmee te maken heeft, zijn de persoonlijke worstelingen. Als ik daarover vertelde, dan resoneerde dat veel meer. En hoe meer ik erover vertelde, hoe meer mensen daar wat aan hadden. Iedereen loopt tegen dingen aan die je niet wilt, waar je niet voor kiest. Dat is het lot. Het stoïcijnse principe leert je omgaan met dat lot.
‘Ik kreeg er veel vragen over: wat moet ik lezen, waar moet ik beginnen? Daarom heb ik het verhaal van de stoïcijnse filosofie aangevuld met mijn eigen ervaringen en inzichten, en hoe ik met problemen ben omgegaan. Want er zijn genoeg boeken die jou uitleggen wat stoïcijnse filosofie is, maar je maakt het pas bevatbaar als je het persoonlijk maakt en je kwetsbaar opstelt. Mijn boek, over de stoïcijnse mindset, is geen uitleg van wat het is, maar hoe je het toepast.’
Als je die medaille niet wint, dan mag je je daar best even door geraakt voelen, maar blijf niet in die emotie hangen.
Hoe doe je dat als je getroffen wordt door het lot?
‘Door te beseffen dat het niet om het materiële gaat, of om succes. Seneca zei: “Ik ben rijk, maar ik word er niet door geraakt als ik het allemaal kwijtraak.” Zo probeer ik ook te leven. Als je die medaille niet wint, dan mag je je daar best even door geraakt voelen, maar blijf niet in die emotie hangen. Het geeft enorm veel rust als je je daardoor niet geraakt kunt voelen. Mijn vrouw en ik hebben het letterlijk tegen elkaar gezegd: “We wonen in een mooi huis, maar ook in een kartonnen doos kunnen we op zich gelukkig zijn.” Ik hoop overigens niet dat ik zo op de proef word gesteld, ik ben ook liever rijk dan arm, maar in de kern voel ik het wel zo. Ik ken mensen die er echt niet slechter op geworden zijn toen ze hun rijkdom verloren.’
Je boek bestaat uit filosofische principes, verhalen uit de klassieke oudheid en jouw eigen herinneringen. Hoe ben je tot die vorm gekomen?
‘Mijn eerste opzet was om een heel dik boek te schrijven van verhalen en filosofische principes. Daar had ik de eerste drie hoofdstukken al voor geschreven, toen een vriend me adviseerde om terug te keren tot de kern: begin met een paar filosofische principes en verwerk daarin je eigen verhalen. Want de lezer moet niet eerst driehonderd bladzijden doorworstelen voordat hij er chocola van kan maken. De filosofische principes houd ik kort en overzichtelijk: er staan enorm veel oneliners in, die drieduizend jaar oud zijn! Over elk principe zijn hele boeken geschreven, en het wordt snel heel ingewikkeld, ook voor mij.
‘Door de mix van mooie quotes van stoïcijnen, verhalen van de Grieken en Romeinen en die van mij, spreek je heel veel mensen aan. En door middel van opdrachten kan de lezer het ook als zelfhulpboek gebruiken.’
Eentje vond ik sterk: ‘Het gaat er niet om de roos te raken, maar om een goede schutter te worden.’ Leg die eens uit…
‘Als topsporter kun je makkelijk verblind raken door het doel: als ik dat maar haal, dan is m’n leven geslaagd. Nou, ik héb die medaille binnengehaald. Maar als je de volgende dag wakker wordt, denk je: en nu? Dat Romeinse spreekwoord wijst je erop dat je je moet richten op de dingen die je zelf in de hand houdt. En dat je moet accepteren dat je sommige dingen níet kunt bepalen. Die boogschutter kan zich nog zo op z’n doel richten, maar een vlaagje wind kan bepalen of hij de roos raakt of niet. De stoïcijn zegt: je tegenstanders, de omstandigheden, die bepaal je niet. Dus maak je daar ook niet druk om. Zorg ervoor dat je wat je wel kunt doen, zo goed mogelijk en met overgave doet. En dat bepaalt of je tevreden bent over wat je bereikt. Niet die roos, niet die medaille.’

Je laat zien dat het gaat om grip te krijgen op je keuzes. Betekent dat: vrijheid blijheid?
‘Nee. Het gaat erom dat je vanuit jouw perspectief de juiste dingen doet om de juiste redenen. Socrates was een lichtend voorbeeld voor stoïcijnen: hij stelde mensen vragen over dilemma’s op basis van ethische principes: streef je het juiste na of laat je je regeren door emoties, zoals angst en hebzucht? De juiste keuze is dat je je niet laat leiden door angst, maar door moedig te zijn. Want waar jij voor kiest, heeft impact op anderen. En vrijheid blijheid betekent uiteindelijk dat je geen keuzes maakt. Het zijn juist de keuzes die je maakt, die bepalen hoe je jezelf wenst te beperken. Als ik die medaille wil winnen, dan kies ik ervoor heel veel dingen niet te doen. Ik wilde ook F-16-piloot worden, en architect. Dat ik voor schaatsen koos, betekent dat ik mij die andere keuzes heb ontzegd. Daarmee is dit geen egoïstische zelfhulpfilosofie, maar hoe je je verhoudt tot anderen.’
Een belangrijke vraag is ook: hoe helpt het stoïcijnse denken jou omgaan met de dood?
‘Reflecteren over de dood houdt je mentaal gezond. “Memento mori” betekent: bedenk dat je doodgaat. Je kunt er bang voor zijn, maar het hoort bij het leven. De consequentie van die reflectie is dat je niet elke dag maar gaat feestvieren, maar vandaag de dingen doet die je waardevol vindt. Wil je vlak voor het sterven ontdekken dat alles wat je nastreefde nutteloos was? Daarom staan stoïcijnen ook voor een heldhaftig sterfbed: niet jammerend: “Ik had dit nog willen doen”, maar zoveel mogelijk dagen van je leven kunnen afsluiten en zeggen: “Dit was mooi.” Natuurlijk zijn er ook rotdagen, maar je moet kunnen terugkijken op een mooi leven.’
En, kun je dat?
‘Ik heb nog geen haast om dood te gaan. Ik hoop dat ik oud word, en mijn kinderen ook. Maar reflectie is wel goed. Gisteravond was ik met vrienden kitesurfen in de ondergaande zon. Toen ik thuiskwam heb ik de kinderen welterusten gekust, heb een biertje gepakt en van die mooie avond genoten. Als ik dat niet zou doen, dan had ik daar spijt van gehad. Je moet er echt niet over dertig jaar spijt van hebben dat je dingen niet hebt gedaan. En dat de dood altijd met je meeloopt, houdt je ook met beide voeten op de vloer. Anders ga je zweven en in een fantasiewereld leven.’
GLK! richt zich op thema’s als bewegen, voeding en welzijn. Hoe scoort Mark Tuitert daarop?
Bewegen: 8,5. ‘Ik beweeg zeker meer dan de norm, train bijna iedere dag, want ik vind sporten fijn, ook mentaal gezien. Eens per week met anderen, maar verder alleen, zodat ik zelf het moment kan bepalen.’
Voeding: 7,5. ‘Ik eet gezond, maar niet overdreven gezond. Daarnaast doe ik aan intermittent fasting. Af en toe drink ik te veel cafeïne, in het weekend drink ik soms een paar biertjes of een wijntje.’
Welzijn: 9. ‘Dat geef ik wel ‘het hoogste cijfer. Mijn leven is door het topsporten een stuk stabieler, ik doe wat ik wil doen, heb een fantastisch gezin en leid een gaaf leven met genoeg uitdagingen en soms worstelingen. Zonder mijn stoïcijnse mindset was dat wel een puntje lager geweest.’

Mark Tuitert (1980) is een Nederlands voormalig langebaanschaatser. Hij werd op 20 februari 2010 Olympisch kampioen op de 1500 meter in Vancouver. Op 14 december 2010 werd hij verkozen tot Sportman van het Jaar 2010. In 2017 startte hij zijn eigen onderneming: First Energy Gum, een gum met cafeïne die een snelle energieboost geeft.
Dit artikel verscheen eerder in GLK!, editie september 2021.