Rotterdam, 24 oktober

Vijf maanden na mijn laatst gelopen marathon in Oostenrijk, was het vandaag eindelijk tijd voor de eerste echte stadsmarathon in twee jaar tijd. Nog heel even werden we als lopers nerveus van de oplopende besmettingen en Rotterdamse artsen die weer steeds vaker in het nieuws te zien waren, maar gelukkig mocht dit Rotterdamse feest ‘gewoon’ doorgang vinden.
De voorbereiding op deze marathon was redelijk goed verlopen. Vier weken voor de marathon stond de Halve Marathon van Barendrecht op het programma, maar helaas werd ik in de week voordien flink verkouden met daarbij ook wat griepverschijnselen waardoor ik deze halve marathon niet op volle kracht kon lopen en de echte wedstrijdprikkel ontbrak. In diezelfde periode kreeg ik ook weer wat last van middenrif klachten waar ik vaker mee te maken heb gehad, echter kregen we deze gelukkig weer snel onder controle.
De weersomstandigheden waren goed te noemen. Koud en zonnig, rond de start nog maar zo’n 8 graden en een wind uit het zuiden kracht 3. Zeker omstandigheden waar ik vooraf voor zou tekenen, maar niet zo goed als tijdens mijn solo race in het najaar van 2020 waar het 10 graden was en de wind compleet ontbrak.
Fysiek en mentaal voelde voor de race alles goed aan. Ik had een staat bereikt waarin ik me zowel ontspannen als gefocust voelde en voelde me ook echt klaar voor de grote uitdaging. Als subtoploper werd ik tijdens de dag begeleid en verzorgd. Dit heeft de nodige voordelen, zoals kunnen voorbereiden in een aparte ruimte van het WTC gebouw maar ook begeleiding naar de start waarin helemaal voorin startvak A een plaats gereserveerd was voor ons en we pas kort van te voren het startvak in hoefden te stappen en ons daarvoor warm konden blijven lopen. De meesten van deze ervaren lopers zien er vlak voor de race vrij ontspannen uit, maar wanneer je goed kijkt zie je dat ook bij hen de spanning tot uiting komt. Zo zijn er lopers die huppelen, op de plaats omhoog springen alsof ze bij een concert staan en een Amerikaan bleef zoveel en zo hard praten dat andere lopers op een gegeven moment maar deden alsof ze enkel de NL taal machtig waren. Dezelfde Amerikaan overigens die 10 minuten voor de start nog even over een dranghek van ruim een meter springt om in het juiste vak terecht te komen…
Nadat Lee Towers zijn levenslied ten gehore had gebracht (ieder jaar microfoon iets zachter en bandje iets harder) en de beste burgemeester van de wereld het kanon had afgevuurd mochten we los. Voor de 2e keer was de start aan de voet van de Erasmusbrug waardoor de eerste kilometer geen feessie is. Die Erasmusbrug blijkt niet enkel in trainingen toch best wel steil. Omdat er aan beide kanten van de brug werd gestart was het even zoeken in de eerste kilometers naar het juiste groepje. Met een aantal lopers hadden we besproken om op eindtijd 2.20.00 weg te gaan, hetgeen een tempo betekent van ca 3 minuut en 18 seconden per kilometer. Aan de andere kant van de weg werd zichtbaar dat de twee Keniaanse topvrouwen gehaast werden door slechts 1 mannelijke Keniaanse haas. Na 3km viel dat groepje uit elkaar en bleef er 1 Keniaanse dame over met die haas. Omdat hun tempo rond het door ons gewenste tempo lag, versnelden we wat en sloten we na zo’n 3km bij hen aan. Vaak is het tempo verre van stabiel maar dit keer was dit totaal anders. De haas liep een zeer vlak tempo waarbij het ook een voordeel is dat er diverse motoren rondom de groep rijden: een motor met daarop de begeleider van de Keniaanse dame (die iedere km in slecht Engels tegen de Keniaanse dame schreeuwt) en ook nog een motor van de NOS om haar in beeld te brengen voor de rechtstreeks TV uitzending. Altijd goed voor de sponsor dus om bij de eerste vrouw te lopen, ook ChiroBalance moet nu toch echt wereldwijd bekend zijn geworden… Uiteindelijk werd de groep zo’n 7 lopers groot, met daarin ook nog twee andere NL lopers: Dennis de Freytas en Marco van Etten, beiden ook lopers die ik in staat achtte om rond de 2.20.00 te finishen. Op iedere 5km stond mijn vader weer klaar met de bidons met daarin 250ml Maurten drank. Vorig weekend was hij op zaterdag het gehele parcours al een keer wezen voorfietsen en op zondag hebben we dit nog eens met de auto herhaald, zodat hij precies wist hoe hij bij iedere 5km klaar kon staan en ik een aantal nachten kon dromen over het mooie parcours.
Tot het 20km punt liep de race eigenlijk exact zoals gewenst. We liepen op tempo 3.18 min/km en de doorkomsten waren dus ook volgens schema. Wel kreeg ik net voor het 20km punt een eerste krampscheut in mijn linkerkuit. Iets waar ik tijdens een marathon nog nooit last van had gehad en waar ik dan ook wel even van schrok. Gelukkig bleef dit beperkt tot een aantal keer, waarbij ik op zo’n moment wel door mijn been heen zakte, alsof ik een soort van misstap maakte. Daarnaast kreeg ik rond het punt waar we om Ahoy heen lopen last van de welbekende middenrif klachten, zoals altijd aan de rechterkant. Omdat mijn hartslag laag leek (ik liep zonder hartslagmeter dus weet het niet precies) kon ik onderweg echter goed letten op mijn ademhaling (niet oppervlakkig vanuit de borst maar diep vanuit de buik) en verdwenen deze klachten gelukkig al snel weer.
Daarnaast beleefde ik nog een hachelijk moment bij de drankpost op 20km. Mijn vader stond klaar met het vierde flesje van de dag, waarbij we met zo’n 18 km/uur op zo’n post komen aflopen en tot mijn grote verbazing en schrik pakt de loper die voor mij loopt mijn flesje uit de handen van m’n vader en laat deze vervolgens nog direct vallen ook. Alhoewel ik in staat was om deze loper onderuit te schoffelen heb ik hem enkel de huid vol gescholden en een dodelijke blik gegeven, maar daarna bedacht ik me dat een marathon een energievraagstuk is en dit daarin niet zou helpen. Ondanks dat mijn vader niet doorhad dat de andere loper mijn flesje pakte, maar wel dat het flesje op de grond viel, had ik het volste vertrouwen dat hij met een hartslag van 200 per minuut het flesje zou oprapen, zijn fiets op zou springen, toeschouwers aan de kant zou schreeuwen en een nieuw persoonlijk record zou fietsen op de kilometer tijdrit. En zo geschiedde, even later stond hij doodleuk klaar met hetzelfde flesje waarbij ik de andere loper nog even aankeek en hij maar aan de andere kant van de weg ging lopen. Omdat dit flesje werd aangegeven buiten een officiële drankpost had ik een gele kaart verwacht van de organisatie maar blijkbaar letten zij even niet op, eerder in de wedstrijd werd er namelijk bij een andere loper wel een gele kaart uitgedeeld, het teken van een eenmalige waarschuwing, bij herhaling word je de wedstrijd uitgehaald. Inmiddels naderden we via de Laan op Zuid alweer de Erasmusbrug om de oversteek terug naar de noordelijke kant van Rotterdam te maken en voelde alles nog prima aan. Natuurlijk begonnen de benen wat zwaar aan te voelen, maar de hartslag was laag, een blijk van een goede conditie en mentaal liep ik sterk en gefocust en bedacht me op dat moment ook dat het vandaag wel eens zou kunnen gaan lukken.
Vijf kilometer later, zo rond het 30km punt, begonnen de benen echter serieus pijn te doen en namen de krampscheuten toe in frequentie maar ook in hevigheid. Waar ik eerst enkel last had van kramp in m’n linkerkuit begon dit nu ook in beide bovenbenen. Rond km punt 31 pakte ik opnieuw een flesje aan, dit keer Maurten met daarin cafeïne om een extra boost te geven, maar vlak daarna moest ik het mooie groepje, dat slechts nog bestond uit 5 lopers (incl de Keniaanse dame met haas) helaas laten gaan. Ik wist dat het moeilijk zou worden wanneer ik vanaf dit punt alleen zou komen te lopen, waardoor ik op mijn tandvlees nog eenmaal probeerde aan te haken, maar even later moest ik de groep definitief laten gaan. Wel merkte ik dat ik ook zelf nog een gedegen tempo kon vasthouden tussen 30 en 35km waarbij ook het grote rekenen begon. De kilometertijden begonnen op te kruipen en ik begon te rekenen hoeveel marge ik had om mijn droomtijd van 2 uur en 20 minuten te halen. De conclusie daarin was ook al vrij snel helder, we liepen met het groepje op schema, maar ook niet ver daaronder, waardoor ik eigenlijk bij het groepje zou moeten blijven om deze tijd te bereiken. Dit maakt dat een marathon op zo’n moment niet enkel fysiek heel zwaar wordt maar mentaal ook een enorme uitdaging wordt. Terwijl je droomtijd uit beeld raakt, het groepje steeds verder weg van je loopt, voelen de benen aan zware gewichten de benen vermorzelen. Vanaf het 35km punt merkte ik dat het tempo echt fors begon te dalen, eerst richting de 3.30 maar later zelfs naar de 3.50 min/km. In al deze (laatste) kilometers verspeel je dan zomaar 20 a 30 seconden per kilometer, hetgeen de eindtijd met grote stappen tegelijk doet oplopen. Ik merkte ook dat de coördinatie begon af te nemen, dat ik met gebalde vuisten begon te lopen en dat mijn ogen meer dicht dan open waren. Het was op. De finish zou ik vast nog wel halen, maar de tijd die ik daar op de klokken zou treffen zou mij alles behalve tevreden stemmen. Op het laatste stuk, net voor het opdraaien van de Coolsingel, kwam er een andere loper voorbij zetten, nog even was het hoofd sterker dan het lijf en zette ik aan om hem te volgen, maar direct kreeg ik respons van het lichaam dat het echt op was nu en ik blij moest zijn dat ik überhaupt de finish zou passeren vandaag.
Ik vind het op dit moment lastig om te vertellen wat mijn afdronk van dit geheel is. Aan de ene kant ben ik teleurgesteld vanwege de eindtijd, aan de andere kant ben ik trots dat ik maar weer een marathon heb voltooid in een mooie tijd. Ook heb ik het gevoel dat ik nog nooit zo dicht bij mijn uiteindelijk droomdoel ben geweest, tot 30km verliep immers alles exact volgens schema. Maar ach, een 26e plaats overall en een 3e plaats van NL maakt me ook wel weer trots. Waar ik in Oostenrijk finishte in 2.22.42 kwam ik nu 3 seconden later over de finish. Praktisch dezelfde eindtijd maar met een compleet ander verhaal. En dit is wellicht ook wel wat een marathon zo mooi maakt: de ervaring en het verhaal. Iedere voorbereiding en iedere race is anders waarbij ik mezelf steeds meer begin te realiseren dat het enkel al supergaaf is om op dit niveau door de stad te mogen scheuren.
De komende periode zullen we zowel de voorbereiding als de race zelf weer goed evalueren, waarbij mijn grote vraag vooral is waarom ik de groep rond het 32km punt moest laten gaan terwijl ik even daarvoor nog het idee had dat vandaag wel eens mijn dag zou kunnen worden. Ik wil hier de komende periode goed de tijd voor nemen, meer ook dan we normaal gesproken al doen. Afhankelijk van de uitkomst van deze evaluatie wil ik besluiten of en hoe nu verder met de hardloop carrière.

Dit bericht verscheen eerder onder Chirobalans, onder naam van Nick van der Poel. Link naar origineel bericht.